Een van de meest opzienbarende resultaten uit de peiling van Irish Times/TNSmrbi over de houding ten zichte van het Verdrag van Lissabon is misschien wel dat in één jaar het aantal mensen dat meent dat Ierland beter buiten de EU kanblijven, is verdubbeld van 9 tot 18%. 43% van de nee-stemmers is deze mening toegedaan.
Bijna alle tegenstanders, van Decan Ganley tot de socialiste parlementariër Joe Higgins, beweren dat ze de Europese Unie een warm hart toedragen, ook al hebben ze heel verschillende ideeën van de EU voor ogen. Hun campagne heeft dan ook onder andere tot resultaat gehad dat ze veel kiezers in de armen van eurosceptici hebben geduwd. Gezien dit fenomeen hebben de voorstanders van het Verdrag ingezien dat het nodig is ‘back to basics’ te gaan en de kiezers te herinneren aan de noodzakelijkheid van het EU-lidmaatschap zelf.
Het Vedrag definieert de aard van ons lidmaatschap en van onze verhoudingen met onze partners in het kader van een project dat voor de Ierse staat zeer gunstig en van zeer groot belang was, en nog steeds is. De EU heeft bijgedragen tot de basis van onze economische en maatschappelijke transformatie, heeft grenzen vervaagd door heel Europa en buitengewone kansen geboden op het gebied van mobiliteit en onderwijs, zowel voor jongeren als voor bedrijven. Ook heeft de EU een internationaal platform geboden voor Ierland om zijn plek te vinden “temidden van de andere naties” en om zich te onderscheiden van Groot-Brittannië, en beduidend bijgedragen tot vrede op ons eiland. Na een eeuw die in het teken stond van Europa’s meest bloedige oorlogen lijkt het vreemd om opnieuw te moeten uitleggen dat de EU een uniek nieuw democratisch model biedt voor vreedzame verzoening, waarbij de belangen van zowel kleine als grote soevereine staten worden afgewogen.De EU is een belangrijke economische tegenhanger en een grote machtige concurrent op politiek gebied.
Ierland mag er niet alleen voor komen te staan
Nu het voor Ierland meer dan ooit van belang is om zich in het hart van Europa te bevinden, bestaat het gevaar dat afwijzing van Europa door Ierland zijn verhouding met Europa inhoudelijk zal veranderen. Voor niets gaat de zon op. Aan deze verhouding hangt en prijskaartje. Op dit moment mag Ierland niet geïsoleerd raken en er alleen voor komen te staan.
In het beste geval zou Ierland door een betrekkelijke marginalisatie de prijs moeten betalen op politiek, institutioneel en economisch gebied. Ten eerste op politiek gebied omdat Ierlands positie als kernlid afgezwakt zou worden, waarmee veel goodwill is gekweekt en waar de Ieren zo trots op kunnen zijn. Solidariteit binnen de EU-instellingen snijdt nu eenmaal aan twee kanten. Ten tweede op institutioneel gebied omdat onze partners vooruitgang willen boeken en op zoek zullen gaan naar nieuwe manieren om hun wederzijdse samenwerking te versterken, desnoods door Ierland een soort van semi-gedetacheerde status toe te kennen. Dat zou vorm kunnen krijgen door nieuwe ‘opt-outs’ van Ierland of een tweederangs lidmaatschap. Op economisch gebied tenslotte zou Ierland een zware dobber krijgen omdat een Iers “nee” tegen het Verdrag twijfels zou kunnen opwekken bij buitenlandse investeerders met betrekking tot onze toewijding tot de Europese markt en ten opzichte van de prijs die wie zouden moen betalen om geld te lenen.
Ierland hoort in het hart van Europa en en we dienen onze energie moeten bijdragen tot dit grootse, onvolmaakte project op dezelfde manier als we er profijt van trekken. Europa heeft ons nodig, en wij hebben Europa nog nooit zo nodig gehad als nu. Het is dan ook overduidelijk in het belang van de burgers om “ja” te stemmen aanstaande vrijdag.
"Lisbon 1"
Ieren weten waar hun brood vandaan komt
In de Daily Telegraph komt de journaliste Sarah Careyterug op “Lisbon 1”, dat wil zeggen de afwijzing door Ierland van het Verdrag van Lissabon in 2008. In haar optiek is dit een beschamende bladzijde in de Ierse geschiedenis. Volgens haar kwamen “ze [de Ierse regering en de EU] bij velen de keel uit omdat ze de hele tijd hun zin doordrammen”, waardoor veel kiezers alleen uit protest “nee” stemden terwijl ze ervan overtuigd waren dat de meerderheid toch wel “ja” zou stemmen. “Het volk was kwaad”, aldus Carey. “Onze economie was al bij voorbaat ten dode opgeschreven”.
Een jaar en een economische crisis later – de ooit zo dynamische Ierse economie is een van de meest getroffenen door de wereldrecessie – wordt er anders tegen de verdragstekst aangekeken die, om de Eurocommissaris Charlie McCreevy te citeren, door geen enkel “weldenkend persoon” geacht werd daadwerkelijk te worden gelezen. “Maar nu weten wij Ieren heel goed hoe wij ons brood op de plank krijgen”, schrijft ze. “Het verschil tussen Ierland en IJsland is niet slechts één letter van het alfabet [Ireland – Iceland], maar vier: E-U-R-O. De Europese Centrale Bank betaalt de rekeningen en doet kapitaalinjecties in onze noodlijdende banken; het is dus wel duidelijk wie onze vrienden zijn”.