Angela Merkel: "Ik zie dat de Spanjaarden denken dat ze op 20 november iets te kiezen hebben..."

Verkiezingen, maar waarvoor?

Het ziet ernaar uit dat de rechtse Parti Popular van Mariano Rajoy de Spaanse parlementsverkiezingen zal winnen op 20 november. Maar Spanje is niet alleen: zolang Duitsland zijn verantwoordelijkheden niet neemt op Europees niveau, zal de nieuwe regering machteloos staan ten aanzien van de crisis.

Gepubliceerd op 18 november 2011 om 14:55
Angela Merkel: "Ik zie dat de Spanjaarden denken dat ze op 20 november iets te kiezen hebben..."

Puur toeval of een afspiegeling van de wereld waarin wij leven? De laatste twee electorale omwentelingen in Spanje, die van 2004 en naar verwachting die van aanstaande zondag 20 november, vielen samen met gebeurtenissen (de aanslag op het spoorwegstation Atocha in Madrid en de verergering van de eurocrisis) die op dramatische wijze aantonen dat het eenvoudig onmogelijk is om de binnenlandse situatie los te zien van wat er internationaal aan de hand is. Net als in 2004 staan de veiligheid en de zekerheid van de burgers zowel in eigen land als in het buitenland onder druk, al zijn er natuurlijk verschillen (in 2004 fysieke veiligheid, nu financiële zekerheid).

Spanje kan zijn internationale geloofwaardigheid slechts herstellen en zich weer in de voorste gelederen voor het Europees leiderschap scharen door economische groei, het scheppen van hoogwaardige werkgelegenheid en het verhogen van de productiviteit, met andere woorden, door de fouten uit het verleden te vermijden. De offers die gebracht moeten worden door bezuinigingen op de begroting en structurele hervormingen zullen echter zinloos blijken als ze niet gepaard gaan met ingrijpende beslissingen op Europees niveau.

Markten houden geen rekening met nationale hervormingen

Als de peilingen het bij het rechte eind hebben, staat Spanje op het punt om als laatste van de vier in grote noodlijdende Zuid-Europese landen van regering te wisselen. Er zijn echter grote verschillen tussen die vier landen: van het relatief stabiele Portugal tot het permanent instabiele Griekenland, en daartussenin Italië dat onder een regering van technocraten voorwaardelijke vrijheid geniet met de verplichting zich regelmatig te laten controleren, en Spanje dat zich, ondanks het doorvoeren van belangrijke hervormingen, geconfronteerd ziet met het feit dat die onvoldoende zijn gebleken of door de markten zijn genegeerd.

De regeringen in Zuid-Europa hebben al hun kaarten op tafel gelegd of staan op het punt dat te doen: inkrimpen, bezuinigen, technische regeringen, alle maatregelen die nodig zijn, hoewel de mogelijkheden nu langzamerhand wel zijn uitgeput. Bovendien vormen de koele reactie van de markten op de zakenkabinetten van Griekenland en Italië en de stijgende risicopremie voor Spanje, het beste bewijs dat de oplossing voor de crisis eerder buiten dan binnen onze grenzen ligt. Het lijkt erop dat de markten geen rekening houden met binnenlandse hervormingen, dat wil zeggen, ervan uitgaan dat ingrijpende hervormingen zullen worden doorgevoerd, maar al op voorhand tot een conclusie zijn gekomen die de Europese leiders nog niet hebben getrokken, namelijk dat de crisis zal aanhouden zolang de markten twijfelen aan de bereidheid van Duitsland en de Europese Centrale Bank om in laatste instantie als geldschieter te fungeren. Dat is in de afgelopen periode tenslotte wel duidelijk geworden.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Merkel moet haar kaarten op tafel leggen

De Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft bij diverse gelegenheden, ook deze week nog, gezegd: "Als de euro mislukt, mislukt Europa". En ze voegde daaraan toe dat "Europa de moeilijkste periode uit haar bestaan doormaakt sinds de Tweede Wereldoorlog". Veel waarnemers denken dat Merkel bluft. Daar is alle reden toe, want terwijl ze zich op dramatische toon uitliet over de toekomst van Europa en de Tweede Wereldoorlog, stelde ze tegelijkertijd dat ze niet bereid is de twee pijlers onder de geloofwaardigheid van die belofte te veranderen: in de eerste plaats, door openlijk en voor de zoveelste keer te benadrukken dat het Verdrag van Lissabon niet toestaat dat staatsschulden door de Europese Centrale Bank worden opgekocht, en in de tweede plaats, door nog eens te herhalen dat de uitgifte van eurobonds geen oplossing is. Echter, nu de hervormingsbereidheid van Zuid-Europa (naar tevredenheid) op de proef is gesteld, is het nu tijd om het compromis van Duitsland op de proef te stellen. Afgelopen week sloeg in Rome en Athene het uur van de waarheid toen Berlusconi en Papandreou iedereen probeerden te overdonderen. Nu is Berlijn aan de beurt. Merkel zal haar kaarten heel snel op tafel moeten leggen.

Profiel

Rajoy, een "rustige wandelaar" zonder charisma

Twee dagen voor de Spaanse parlementsverkiezingen van 20 november lijkt er over de uitslag geen twijfel mogelijk: de Volkspartij (PP, rechtse oppositie) zou de absolute meerderheid in het Huis van Afgevaardigden moeten halen. In de laatste gepubliceerde peilingen zou de partij van Mariano Rajoy ongeveer 15 punten voorsprong (45%-30% van de stemmen) behalen op de Socialistische Partij (PSOE) van Alfredo Pérez Rubalcaba. De diepe economische crisis waarin Spanje zich bevindt, met het hoogste werkloosheidscijfer van de EU (21,7%) en een recordhoge risicopremie voor de staatschuld, vormt de achtergrond voor een campagne die gekenmerkt werd door de boodschap dat verkiezingsprogramma's zinloos zijn aangezien politieke besluiten van buitenaf worden opgelegd.

Rajoy is echter geen nieuwkomer in de politiek: met zijn 56 jaar was hij meerdere keren minister onder José María Aznar (1996-2004). De mogelijke nieuwe regeringsleider wordt door La Vanguardia getypeerd als "rustige wandelaar", maar zou charisma ontberen: "Rajoy is een politicus die langzaam op gang komt, iemand die de wet nauwgezet naleeft en die nog nooit iemand van zijn plek heeft verdrongen om zijn doel te bereiken. Zijn critici beschuldigen hem ervan nauwelijks zichtbaar te zijn, dat hij voor vier ministeries heeft gewerkt zonder er zijn stempel op te drukken, en zij laken zijn zwijgzaamheid en zijn allergie voor conflicten." Van zijn kant betaalt Rubalcaba, 60 jaar en ook een aantal keren minster, de prijs voor het slechte imago van zijn voorganger aan het hoofd van de PSOE, de vertrekkende regeringsleider José Luis Rodríguez Zapatero. Hij staat volgens El Mundo "voor een onmogelijke uitdaging". Daarom kan hij "hoogstens proberen een waardig resultaat te halen, of, in het beste geval, een absolute meerderheid van de PP voorkomen. En hij zou zich tevreden kunnen stellen met het redden van het [PSOE-]project en ervoor zorgen dat de eenheid binnen de socialistische partij behouden blijft."

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp