De Britse econoom John Maynard Keynes (1883-1946).

Is keynesianisme ‘thoughtcrime’ geworden?

Dat Ierland als enig EU-land een referendum gaat houden over het begrotingsverdrag zorgt voor veel ophef in Europa. Maar waar het volgens een Ierse columnist echt om gaat is dat een neoliberale ideologie wordt verheven tot onschendbare wet.

Gepubliceerd op 7 maart 2012 om 14:23
De Britse econoom John Maynard Keynes (1883-1946).

“. . . the essential crime that contained all others in itself. Thoughtcrime they called it.”George Orwell, 1984

In het referendum dat de Ierse regering heeft aangekondigd, gaat het om de vraag – ja, wat is de vraag eigenlijk?

Het referendum gaat over een 'thoughtcrime'

Het referendum gaat niet over de vraag of Ierland de eurozone zou moeten verlaten, zoals de Ierse minister van Financiën Michael Noonan vorig jaar verkeerd beweerde. (Ze kunnen ons er niet uitgooien.) Het gaat ook niet over ‘economisch herstel’ of over ‘banen’ of over de vraag of we ‘vanaf nu willen meedoen aan de Europese Gemeenschap, de euro en de eurozone’ zoals onze premier vorige week afwisselend beweerde.

Het gaat ook beslist niet over de vraag hoe we een structureel begrotingstekort van 0,5 procent moeten vaststellen. Als dat wel het geval was, zou dat het eigenaardigste onderwerp ooit voor een volksraadpleging zijn.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Waar het referendum echter wel over gaat, is het creëren van een ‘thoughtcrime’. Een bepaalde manier van denken dient te worden verboden en dan hebben we het niet over nazisme, racisme of een ander soort kwaadaardige ideologie.

Nee, het gaat om een manier van denken die gedurende 30 jaar na de tweede wereldoorlog in een groot deel van de ontwikkelde wereld het heersende ‘gezonde verstand’ in de economie was: het gedachtegoed van John Maynard Keynes.

De theorieën van Keynes vormen het intellectuele kader van de meeste Europese centrumlinkse partijen en van de New Deal democraten in de Verenigde Staten. En dit gedachtegoed moet nu door een internationaal verdrag worden verboden, net als mensenhandel of chemische oorlogvoering.

Basisvoorstel EU: een regering moet handelen als in een huishouden

Het verbieden van keynesianisme na de grote krach van 2007 komt op hetzelfde neer als het reageren op een massale schietpartij door het verbieden van kogelvrije vesten. Ierland is een goed voorbeeld. Keynes was van mening dat regeringen anticyclisch beleid moesten voeren, waarbij ze de uitgaven verhoogden om kwijnende economieën aan te zwengelen en de uitgaven verlaagden om oververhitte economieën af te koelen.

In het basisvoorstel van het Europese begrotingsverdrag staat echter het primitieve idee dat een regering moet handelen als in een huishouden, dus in vette jaren het geld rijkelijk laten stromen en in magere jaren voorzorgsmaatregelen treffen. In het verdrag is de weloverwogen opvatting over een keynesiaans economisch beleid: we willen er niet eens over nadenken. Anticyclisch begrotingsbeleid is ‘verboten’ (verboden).

Een opvatting transformeren tot onbetwistbaar feit

Ook al vind je de keynesiaanse aanpak niet juist, is het dan toch een goed idee om een populaire orthodoxie zomaar te verheffen tot onschendbare wet? Dit is de dwaasheid van een ideologie waarbij aanhangers niet bereid zijn de mogelijkheid onder ogen te zien dat ze het mis zouden kunnen hebben. Het is bot, ideologisch opportunisme, waarbij de crisis wordt gebruikt om één bevooroordeelde opvatting over de economie te transformeren tot een onbetwistbaar feit.

Maar het begrotingsverdrag handelt niet in ‘feiten’. Het is een opvatting van de rechtervleugel die de kracht van wet krijgt. Het ‘structurele begrotingstekort’ is een uitermate betwiste interpretatie van ingewikkelde gegevens – het is van de gekke om te proberen daar een wettelijk concept van te maken.

Alsof omstandigheden en context niet bestaan

Sterker nog, ideeën over wat wel of niet een houdbaar niveau voor overheidsschulden zou zijn, staan nog overal ter discussie. Het antwoord hangt altijd af van omstandigheden als economische groei, demografie, politieke stabiliteit.

Japan heeft een overheidsschuld van 230 procent van het bbp – dat is bijna vier keer de limiet in de eurozone. De markten, wier oordeel wij allen geacht worden als evangelie te beschouwen, lijken zich daar echter niet al te druk over te maken: de Japanse rente op obligaties met een looptijd van tien jaar ligt onder de 1 procent. Omstandigheden, niet het absolute schuldniveau, bepalen of er al dan niet sprake is van een crisis.

Het begrotingsverdrag veronderstelt echter dat omstandigheden niet relevant zijn. Het neemt zeer willekeurige regelgeving op over de staatsschuld, maakt er een obsessie van en dwingt ons allemaal het verdrag eer aan te doen. In het verdrag wordt gedaan alsof omstandigheden en context niet bestaan: er is maar één correct niveau voor staatsschuld en dat geldt overal en altijd.

Een slecht uitgewerkte ideologische greep naar macht

Er wordt niet eens moeite gedaan om te motiveren waarom bepaalde limieten die in het verdrag zijn opgenomen hout snijden. Onder economen bestaat ruwweg consensus dat een overheidsschuld van meer dan 80 procent van het bbp de economische groei schaadt. In de eurozone bedraagt die limiet 60 procent, een cijfer dat alleen maar lijkt gekozen omdat het wel goed klonk.

Ons wordt met andere woorden gevraagd om te stemmen voor een slecht uitgewerkte ideologische greep naar de macht waarmee wordt getracht één kant van het debat over het begrotingsbeleid te verbieden.

Dat is net zo paradoxaal als de ‘oorlog om een einde te maken aan oorlogen’, een democratisch debat om een democratisch debat over één van de karakteristieke problemen in de politiek te verbieden, een stemming om de betekenis van het stemmen in te perken.

Context

Onduidelijkheid over datum en verloop referendum

De Ierse regering heeft de exacte datum van het referendum over het begrotingsverdrag, dat door 25 EU-lidstaten is goedgekeurd, nog niet vastgesteld. Aanvankelijk was de verwachting dat het referendum in mei of juni zou plaatsvinden, nadat premier Enda Kenny op 28 februari had aangekondigd dat over het tien pagina's tellende juridische document een volksraadpleging zou worden gehouden. VolgensIrish Times is de regering echter verdeeld over de kwestie. Regeringsbronnen melden:

(…) de algemene gedachte is de peiling eerder vroeger dan later te houden, maar sommige ministers hebben zich niet verzet tegen het idee dat het wel eens gunstig zou kunnen zijn om dit pas na het zomerreces te doen.

Op voorwaarde anoniem te blijven, heeft een van die ministers tegenover het Ierse dagblad betoogd dat een latere datum:

(…) ons in staat zou stellen af te wachten hoe de Franse presidentsverkiezingen verlopen en of de houding van Frankrijk ten opzichte van het begrotingsverdrag verandert.

Volgens Irish Independentis de precieze formulering van het referendum nog niet bekend, maar zeggen regeringsbronnen dat de vraag die aan de kiezers wordt voorgelegd, "strikt technisch en feitelijk" zal zijn en uitsluitend "betrekking zal hebben op een wijziging van de Ierse grondwet die nodig is om het verdrag te kunnen ratificeren". De vraag die uiteindelijk op het stembiljet komt te staan, zal dus een beperkte reikwijdte hebben en niet over het lidmaatschap van de eurozone gaan, zoals minister van Financiën Michael Noonan in december had gesuggereerd.

Volgens twee recente peilingen weet een belangrijk deel van het electoraat nog niet of zij ratificatie zullen steunen. Uit een enquête van Sunday Business Post blijkt dat 44 procent ja en 29 procent nee zou stemmen; 26 procent wist het nog niet. Bij een peiling van the Sunday Independent luidden de cijfers als volgt: 37 procent voor, 26 procent tegen en 15 procent twijfelt nog.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp