Geloven wij wel in de EU?

Een crisis is een goed moment voor een gewetensonderzoek. Als er nu een oorlog in Europa zou uitbreken, zou iemand dan bereid zijn te sterven voor de ideeën van Schuman en Monnet over een gemeenschappelijk Europa?

Gepubliceerd op 21 september 2012 om 10:30

Zou het ooit in de hoofden van jonge Polen of Finnen opkomen om te gaan feesten in een t-shirt met daarop een afbeelding Jacques Delors? Ervan uitgaand, uiteraard, dat iemand in Europa bereid zou zijn om er zo een te fabriceren...

Zeker, de Europese Unie is niet echt sexy. Mensen als José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commisie, zullen nooit zo'n emotionele reactie oproepen bij het publiek als bijvoorbeeld Barack Obama of Nelson Mandela. De EU heeft geen gezicht, geen charisma, geen leger, niet eens een echt gemeenschappelijk buitenlands beleid. En toch blijft het een van de stoutmoedigste politieke projecten ter wereld, met een – tot nu toe althans – groot succes.

De Amerikanen hebben hun 'Amerikaanse Droom'. Als ze een bankbiljet vasthouden met de beeltenis van George Washington, voelen ze zich deel van die droom, ongeacht hun politieke sympathieën, sociale status of geboorteplek. Een Duitser of een Fransman met een bankbiljet van vijf euro in zijn hand voelt niets, ook omdat de 'Europese Droom' door de stichters van de EU is bedacht als een politiek project van de elite.

Passie voor vrijheid

De Europese Droom is nooit de droom van de Europeanen geworden. En toch zouden onze verworvenheden – universele gezondheidszorg, de verzorgingsstaat, een sociaal verantwoordelijke markteconomie en een (voor niet-westerse culturen) absolute passie voor vrijheid – ons trots moeten maken. Dit alles bindt ons in Europa méér dan taal, traditie, geschiedenis, levensstandaarden of arbeidsethos ons scheiden. De EU heeft haar vlag en haar volkslied, maar er is geen Europese publieke opinie of regering, zelfs niet eens een echte Europese krant.

Nieuwsbrief in het Nederlands

En dat zal waarschijnlijk ook nooit gebeuren, omdat de Duitsers – net als de Polen of de Spanjaarden – nooit zullen ophouden Duitsers, Polen of Spanjaarden te zijn, die zich vooral bezighouden met de vraagstukken van Duitsland, Polen of Spanje. Het is dus geen tijd voor een Verenigde Staten van Europa. De “federatie van natiestaten” waar Barroso naar verwijst is al grotendeels een feit, maar laten we ons verzoenen met de gedachte dat er in Europa geen kans is voor een échte federatie. Laten we in plaats daarvan proberen de EU terug te geven aan haar burgers – laten we proberen van de Europese Unie een unie van Europeanen te maken.

Er moet opnieuw worden ontdekt wat het betekent om samen te zijn. Reeds lang bekende argumenten dat de EU de vrede en de voorspoed in Europa verzekert, zijn niet langer goed genoeg, hoe waar ze ook zijn. Nóg een verdrag en nóg een institutionele hervorming zullen de Unie niet kunnen redden. De integratie mag geen doel op zichzelf zijn, maar moet de mensen dienen. Europeanen hebben vandaag de dag behoefte aan sociale zekerheid, werk en een overeenkomst over de vraag hoe de solidariteit vorm moet krijgen – bijvoorbeeld in de begroting van de EU. Dat is waar het debat over de toekomstige Unie over zou moeten gaan.

Onverantwoordelijk beleid

Dat is de reden dat slogans als “méér Europa”, die door Europese politici tot vervelens toe worden herhaald, vertaald moeten worden in reële termen: méér werk (de werkloosheid onder jonge EU-burgers is schrikbarend hoog), méér gelijke kansen, méér toezicht op banken en financiële instellingen of – uiteindelijk - op regeringen, wier onverantwoordelijke beleid aan de schuldencrisis heeft bijgedragen.

De oproepen voor “méér Europa” moeten de vraag niet aan het zicht onttrekken of de huidige crisis het Europese model van de verzorgingsstaat voorgoed zal begraven. “We hebben het beste er al van gezien”, zeggen de tegenstanders met kwaadaardige voldaanheid, maar we weten nog steeds niet wat ervoor in de plaats zal komen. Of liever gezegd, wat we in plaats daarvan in Europa willen creëren. Wat moet er in de plaats komen van een systeem dat het Europese Westen decennialang de voorspoed en de sociale vrede heeft gebracht waar de Polen zo naar hebben verlangd?

De antwoorden op dergelijke vragen mogen niet uitsluitend worden uitgewerkt in vergaderingen achter gesloten deuren of – erger nog – opduiken als een toevallig gevolg van de onderhandelingen tussen eurocraten en Europese regeringsleiders op de ene na de andere top om ‘de euro te redden’. Het feit dat er geen discussie plaatsvindt over de toekomstige unie van Europeanen is niet alleen de schuld van politici, maar ook – in sommige landen althans – te wijten aan een schrijnend gebrek aan belangstelling voor Europa.

Er zijn landen in Europa, zoals Duitsland, waar het Constitutionele Hof kan zorgen voor een democratisch debat over Europa. Maar in landen waar Europese kwesties minder urgent lijken, bijvoorbeeld omdat ze – zoals in Polen – geen miljoen euro's spenderen aan het redden van de euro, neemt het risico toe dat door het gebrek aan discussie de EU steeds meer een ver-van-mijn-bed-show wordt.

Plicht van politici

Een politieke unie, een begrotingsunie, een bankenunie... Het vertalen van deze termen naar alledaags taalgebruik en het aan de burgers laten zien hoe zulke hervormingen van invloed kunnen zijn op de arbeidsmarkt, de kansen voor jonge mensen of de manier waarop het belastinggeld wordt uitgegeven, vergt veel inspanningen. Maar het is de plicht van politici om dit te doen.

Het zijn de Europese burgers die de hervormingen moeten steunen en het risico van potentiële mislukkingen moeten dragen. President Herman Van Rompuy van de Europese Raad heeft de regeringen van de 27 lidstaten zojuist een aantal specifieke vragen gesteld over de aanbevolen route voor de institutionele hervormingen van de EU.

De grootste dreiging waar de EU voor staat is niet de schuldencrisis of het anti-Europese populisme, zoals blijkt uit de recente Nederlandse verkiezingen, waar het pragmatisme het heeft gewonnen van de anti-Europese retoriek van Geert Wilders. De EU zal geen zin meer hebben als mensen ophouden erin te geloven. Ieder van ons zou zichzelf twee fundamentele vragen moeten stellen: wat betekent de EU voor mij en waarom wil ik dat zij overleeft?

We zijn een gemeenschap van een half miljard mensen die misschien wel op de beste plek van de aarde wonen. Misschien zijn de verkiezingen voor het Europese Parlement in 2014 een goed moment om aan de Europeanen te vragen of zij samen verder willen gaan of liever hun eigen boontjes doppen. Wij denken dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de uitkomst van zo'n referendum.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp