Groot-Brittannië moet kiezen of delen

Op 31 oktober hebben eurosceptische Conservatieven en Labour de krachten gebundeld en opgeroepen tot verlaging van de EU-begroting. De uitslag van de stemming was een grote nederlaag voor de Britse premier Cameron. Bij de komende EU-onderhandelen zal hij daarom gedwongen worden een onbuigzame positie in te nemen, een risico dat de moeite van het nemen waard is, aldus de conservatieve Daily Telegraph.

Gepubliceerd op 2 november 2012 om 16:45

De stemming in het Lagerhuis van afgelopen woensdag, over een verlaging van de EU-begroting, kan een belangrijk moment markeren in het veertigjarig lidmaatschap van Engeland van de EU. De regering stelt misschien dat het besluit niet bindend is, maar politiek gezien is het beslist ondenkbaar dat David Cameron [die zelf voor bevriezing pleitte] nu zelfs maar met een reële bevriezing van de uitgaven kan instemmen als deze maand in Brussel over de begroting wordt onderhandeld.

Cameron gelooft dat hij met de steun van andere lidstaten een zevenjarige overeenkomst uit het vuur kan slepen, waarin de jaarlijkse uitgavenstijgingen van de EU worden gekoppeld aan de stijging van de inflatie. Maar dat zou nog steeds betekenen dat de EU meer geld krijgt; en de parlementsleden zijn het duidelijk zat te worden afgepoeierd met de belofte dat er morgen zal worden hervormd. Op een moment dat ministeries, gemeenteraden, ziekenhuizen, de politie en anderen zwaar moeten bezuinigen, is het onaanvaardbaar dat de EU niet hetzelfde zou doen. Dit mag geen onderhandelingskwestie zijn. Het Lagerhuis heeft gesproken voor een land dat wordt gevraagd offers te brengen die de uitgedijde Brusselse bureaucratie weigert zelfs maar in overweging te nemen.

Grotesk opportunisme

Het is uiteraard waar dat de steun van de oppositie voor het amendement, dat op tafel werd gelegd door het Conservatieve parlementslid Mark Reckless en waarin wordt opgeroepen tot een verlaging van de uitgaven, uitermate cynisch is. In alle dertien jaren dat er een Labour-regering aan het bewind was, zijn de uitgaven van de EU harder gestegen dan de inflatie, en werd een aanzienlijk deel van de korting die Groot-Brittannië ooit genoot weggegeven in ruil voor hervormingen van de landbouwsubsidies die nooit werkelijkheid zijn geworden. Tegen de tijd dat de partij de macht moest afstaan, was de Britse nettobijdrage met 47 procent gestegen. Dat Labour nu betoogt dat de EU zijn uitgaven in absolute zin moet verlagen getuigt dus van grotesk opportunisme.

Niettemin is de teerling geworpen. Cameron kan zijn nederlaag van woensdag betreuren, maar voor Groot-Brittannië is de tijd gekomen om zich te verzetten tegen de spilzucht en de ongebreidelde begroting van de Europese Commissie. Greg Clark, de Britse staatssecretaris van Financiën, zei tegen de parlementsleden dat de Commissie een Brits verzoek had genegeerd om een serie mogelijke bezuinigingen op haar administratieve uitgaven te onderzoeken, omdat haar overbetaalde staf het daarvoor te druk zou hebben. In een tijd dat nationale overheden op hun eigen kosten bezuinigen en sommige lidstaten in feite insolvabel zijn, mag een dergelijke onbeschaamdheid niet langer worden getolereerd.

Nieuwsbrief in het Nederlands

De nederlaag van woensdag gaat niet alleen over geld. Zij moet worden gezien in de bredere context van de Britse toekomst in – en steeds verder toenemende verwijdering van – de EU. Nu ministers als Michael Gove de verdiensten van ons aanhoudende lidmaatschap openlijk in twijfel trekken, is er een tastbaar gevoel dat we, na vier decennia deel te hebben uitgemaakt van de Europese Unie, op een kruispunt staan. De regering moet nu het juiste pad kiezen.

Begrotingsonderhandelingen

Europa in de uitverkoop

De uitkomsten van de huidige begrotingsonderhandelingen binnen de Eu hangt af van drie gevoelige kwesties: de grootte van de begroting, de herverdeling en de nationale kortingen”, schrijft Radovan Geist, hoofdredacteur van Euractiv.sk, in Pravda:

Ze draaien allemaal om dezelfde vraag: hoeveel zijn we bereid te betalen voor onze gezamenlijke toekomst? De tweede kwestie lijkt de belangrijkste te zijn aangezien politieke leiders denken dat ze deze toekomst voor een prikkie kunnen krijgen.

Een van de opvallendste voorbeelden is de korting die Margaret Thatcher in 1984 binnensleepte voor Groot-Brittannië en die de komende zeven jaar nog steeds van kracht zal blijven, ook al is Groot-Brittannië “geen armlastige lidstaat meer”, noch een van de grootste netto-betalers. Andere landen zoals Duitsland, Nederland en Zweden genieten ook kortingen: dit zijn een paar van de grootste netto-betalers zowel in absolute zin als per hoofd van de bevolking. Een paar dagen geleden vroeg Denemarken nog om een korting, de op één na grootste netto-betaler per hoofd van de bevolking. Frankrijk en Italië, respectievelijk de op één en op twee na grootste netto-betaler in absolute zin, hebben nog niet om een korting gevraagd maar zullen naar verwachting compensatie vragen in de vorm van concessies op het gebied van het landbouwbeleid en regionaal beleid. Ook Finland vraagt wellicht om compensatie. Geist schrijft hierover:

De Europese leiders vergeten dat de uitgaven van de EU voor alles een investering is in de doelstellingen die alle lidstaten samen hebben vastgesteld [...] In plaats van een discount-Europa, hebben ze uiteindelijk misschien niets meer dan een Europa dat wegens opheffingsuitverkoop van de hand wordt gedaan.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp