Nieuws EU - Midden-Oosten
New York, september 2011. Leden van de Palestijnse VN-delegatie dragen een zetel in het gebouw van de VN.

Europa is slechts een toeschouwer

De Europese landen zijn weer eens niet in staat een gemeenschappelijk standpunt in te nemen over een buitenlandse kwestie. Toch moeten ze vandaag bij de VN stemmen over de waarnemersstatus van de Palestijnse Autoriteit. En dat terwijl er een tijd is geweest waarin de Europeanen pretendeerden een essentiële rol in het vredesproces te kunnen spelen.

Gepubliceerd op 29 november 2012 om 16:09
New York, september 2011. Leden van de Palestijnse VN-delegatie dragen een zetel in het gebouw van de VN.

Dit is tegenwoordig een dooddoener die iedereen berustend accepteert: de Europese Unie heeft geen buitenlandbeleid. Niets banalers ook dan het sarcasme waarmee lady Ashton, de vicevoorzitter van de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken, bejegend wordt. Zij kreeg een schip in haar schoot geworden zonder roer, zeilen en misschien zelfs zonder kiel, eigenlijk niets meer dan een stuurloos ding.

Sinds juli 2010 staat ze aan het hoofd van de enorme Europese dienst voor extern optreden, die bestaat uit 3000 hoogopgeleide diplomaten. Een dienst die eigenlijk niemand van dienst is bij gebrek aan eenheid en politieke wil die op het internationale toneel onontbeerlijk zijn, wil je een identiteit en persoonlijkheid uitdragen.

Europa zet zich weer te kijk

Dus vandaag, op 29 november, presenteert de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit zijn verzoek aan de grote internationale instantie die Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is, om zijn land te erkennen als 'waarnemersstaat'. En weer zal het langzaam onzichtbaar wordende Europa zichzelf te kijk zetten. Zoals te verwachten viel, mislukten alle pogingen om tot een gemeenschappeilijk standpunt te komen, dat op de stemmen van alle 27 lidstaten zou kunnen rekenen. Het circus van de Europese regeringen, die liever de geit en de kool willen sparen, is weer van start gegaan.

Dat lijkt tegenwoordig overigens de normale gang van zaken te zijn. De financiële ruzies zijn zo alledaags, de beledigingen en steken onder water werden zo vaak herhaald, en de liefde voor het gemeenschappelijke project is zover bekoeld, dat we vergeten lijken te zijn dat het niet altijd zo is geweest. De wrede waarheid, die we onze huidige politieke leiders eens onder hun neus moeten wrijven, is dat we in Europa al een buitenlandbeleid hadden toen dat nog helemaal niet bestond. En daar moeten we een nog wredere waarheid aan toevoegen: de schamele stapjes op weg naar vrede tussen Israël en de Palestijnen hebben we te danken aan de besluiten en resoluties die werden genomen toen wij, Europeanen, bijna zonder het te beseffen, over een internationale persoonlijkheid en een fatsoenlijk buitenlandbeleid beschikten.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Het bewijs daarvan, die de huidige leegte pijnlijk bloot legt, is niets anders dan de Verklaring van Venetië, een document dat in juni 1980 werd ondertekend in reactie op de Camp Davidakkoorden en de ondertekening van het Israëlisch-Egyptische vredesverdrag. In dit document verplichtten de staatshoofden en regeringsleiders van de negen lidstaten van de Europese Gemeenschap, de voorloper van de EU, zich om een “bijzondere rol” in het vredesproces in de regio te spelen. Ze erkenden het recht van zelfbeschikking van de Palestijnen en ze voorzagen al twee staten: Israël naast een nieuwe Palestijnse staat, die samen in vrede en veiligheid zouden leven en erkend zouden zijn door iedereen. Ze moedigden de twee partijen aan om onderhandelingen op te starten. Toen al veroordeelden de negen landen het kolonisatiebeleid dat door hen gekwalificeerd werd als “een ernstig obstakel voor het vredesproces” en verwierpen ze iedere eenzijdige wijziging van de status van Jeruzalem. En dat gebeurde unaniem. Zonder ook maar een enkel veto.

Bewijs van verzwakking EU op internationale toneel

Slechts vier van de negen ondertekenaars van de Verklaring van Venetië zeiden gisteren, op 28 november, bereid te zijn voor het verzoek van de Palestijnen te stemmen: Frankrijk, Denemarken, Luxemburg en Ierland. België zou daar nog bij moeten komen. Het Verenigd Koninkrijk stelde voorwaarden en Duitsland had zijn twijfels en aarzelde. Nederland en Italië bleven bij hun nee, en completeerden daarmee het plaatje van de Europese verdeeldheid, die schril afsteekt tegen de tijd dat Europa nog een buitenlandbeleid had.

De stemming van vandaag zal het tastbare bewijs zijn van de verzwakking en de afwezigheid van de EU als Unie op het internationale toneel, waarop tegelijkertijd zelfs opkomende landen worden verwelkomd waarin de Palestijnen vandaag de dag hun beste bondgenoten vinden. Het idee van een Palestijnse staat, hoe ondenkbaar en utopisch dat ook mag lijken, is een idee dat toekomst heeft als je maar rekening houdt met twee zeer eenvoudige feiten, die vaak de rails blijken te zijn die de locomotief van de Geschiedenis een bepaalde richting uitsturen: de demografie van de regio en de geopolitieke wereldkaart.

Reactie

EU moet niet medeplichtig zijn aan fout Palestijnen

"De stemming van de VN mag de Palestijnse Autoriteit op papier een staat geven, maar dat verandert de situatie ter plaatse niet", schrijft Daniel Schwammenthal in The Commentator. Volgens de directeur van het Transatlantic Institute, een denktank van het Amerikaans Joodse Comité in Brussel, "zou geen EU-lidstaat medeplichtig moeten zijn" aan het ondersteunen van de Palestijnse"VN-blunder uit 1947" toen de Palestijnen de VN-resolutie van 29 november over de oprichting van een Palestijnse en Joodse staat verwierpen. Schwammenthal voegt daaraan toe:

De oprichting van een staat kan alleen via directe onderhandelingen plaatsvinden en elke VN-goedkeuring van Palestijnse eisen zal het alleen maar moeilijker maken om in de toekomst tot een compromis te komen dat door beide partijen geaccepteerd kan worden. Het VN-voorstel riskeert zo de oprichting van een Palestijnse staat en het uiteindelijke doel, het bereiken van vrede, officieel van elkaar los te koppelen.

Het enige wettelijke kader tussen Israël en de Palestijnen - de Oslo-akkoorden uit 1995 - verbiedt uitdrukkelijk het soort van unilaterale manoeuvres die Abbas aan het plannen is.

Door het unilaterale voorstel van de VN te steunen [waardoor de Palestijnse status verhoogd zal worden naar 'waarnemersstaat', red.], keuren de EU-lidstaten niet alleen de Palestijnen het overtreden van hun wettelijke verplichtingen goed, maar ze ondermijnen daarmee ook het standpunt van de EU, dat de Oslo-akkoorden als getuige heeft ondertekend.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp