Het gaat om de aankopen door de ECB van de staatsobligaties van noodlijdende lidstaten van de eurozone. Mag de Europese Centrale Bank, om de euro te behouden, onbeperkt staatsobligaties van schuldenlanden opkopen, zoals ECB-president Draghi heeft aangekondigd (“Wat er ook voor nodig is”)? Of is hier geen sprake van monetair beleid, maar van de verboden financiering van staten, zoals president Weidmann van de Duitse Bundesbank vindt?
Dit artikel is verwijderd op verzoek van de eigenaar van het auteursrecht.
Opinie
Duits hof voert “absurd theaterstuk” op
Volgens een commentator van Die Tageszeitung zou het proces tegen de ECB niet in Karlsruhe moeten plaatsvinden, maar in Luxemburg:
Stelt u het zich eens voor – een Fransman, laten we hem monsieur Dupont noemen, zou met een andere Fransman, monsieur Picon, voor een Frans gerechtshof over het Europabeleid strijden. […] En van de uitkomst van die strijd zou het lot van de hele eurozone afhangen. Wat zou u daarvan vinden? [...] Een absurd theaterstuk, een Franse farce? Vermoedelijk het laatste. Maar precies dit tafereel speelt zich vandaag en morgen af voor het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe. Monsieur Dupont heet in werkelijkheid [Martin] Weidmann en is president van de Bundesbank, en monsieur Picon heeft eigenlijk [Jörg] Asmussen en vertegenwoordigt de Europese Centrale Bank.
Verontwaardigd gaat het links-liberale dagblad op ironische toon verder. Het maakt zich daarbij zorgen om de gevolgen van de beslissing in Karlsruhe:
Want als Dupont – pardon, Weidmann – zijn zin krijgt, zou het omstreden obligatieaankoopprogramma van de ECB stil kunnen komen te liggen. Dan zou de speculatiegolf tegen de euro, die ECB-president Draghi slechts aan banden wist te leggen door te dreigen met het onbegrensd opkopen van staatsobligaties, weer van voren af aan kunnen beginnen. De slachtoffers zouden in eerste instantie Italië en Spanje zijn, maar ook Frankrijk, België en Nederland zouden bij het weer opvlammen van de speculatie onder enorme druk komen te staan. In Duitsland wordt de discussie echter zó gevoerd, alsof het louter om ons zou gaan – om onze grondwet, ons parlement en ons geld.