Nieuws Internationale betrekkingen

Europa moet zich herpakken

Of het nu gaat om een gemeenschappelijk standpunt over het conflict in Syrië of om nieuwe technologieën: het lijkt erop dat Europa niet in staat is te reageren op de huidige mondiale uitdagingen. Kan het continent nog een gedurfde sprong voorwaarts maken?

Gepubliceerd op 9 september 2013 om 16:11

Het heeft zeventien dagen geduurd voordat de Europeanen met één stem wisten te spreken over het met chemische wapens aangerichte bloedbad van 21 augustus. En dat gebeurde pas na interventie van de Amerikaan John Kerry. Wat een vernedering!
Op hetzelfde moment moet Europa, dat de wereldwijd toonaangevende gsm-technologie heeft ontwikkeld, toezien hoe Nokia, de laatste grote Europese producent van smartphones, wordt opgeslokt door het Amerikaanse Microsoft.
Het oude continent heeft de innovatieslag verloren ten gunste van de Verenigde Staten, maar ook van nieuwe spelers als Zuid-Korea en China. Zal Europa worden veroordeeld tot de status van een immense consumentenmarkt, terwijl het er van droomde een van de machten te zijn die de wereld van vandaag vorm geven?

“Europa? Wat is het telefoonnummer?”

Iedereen kent de uitspraak ontleend aan Henry Kissinger: "Europa? Wat is het telefoonnummer?" De crisis in Syrië laat zien dat deze boosaardige grap nog steeds actueel is, ondanks de ambitie van de Europeanen om voor hun Unie een "gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid" tot stand te brengen. [[De 28 EU-landen zijn er niet in geslaagd tijdens deze hele crisis, die sinds de aanval met chemische wapens in Al Ghouta weer is opgelaaid, met een gezamenlijk standpunt te komen.]] Frankrijk en Groot-Brittannië liepen voorop (tot de stemming in het Britse Lagerhuis waardoor David Cameron werd gedwongen om af te zien van militair ingrijpen), zonder de overige 26 landen mee te krijgen.
Vervolgens distantieerde de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, van wie we regelmatig vergeten dat hij ook nog bestaat, zich bij zijn aankomst op de G20 in Sint-Petersburg van het standpunt van de Fransen, die daarin reeds alleen stonden.
Pas op de vergadering van de 28 ministers van Buitenlandse Zaken in Vilnius, na de G20, die door hun Amerikaanse collega John Kerry werd bijgewoond, nam Catherine Ashton, het hoofd van de Europese diplomatie van wie we eveneens vaak vergeten dat zij ook nog bestaat, een krachtig en principieel standpunt in en veroordeelde zij de inzet van chemische wapens.

Passieve houding van Franse diplomatie

Ongetwijfeld lag het voor een deel aan de verbazingwekkend passieve houding van de Franse diplomatie dat men niet werkelijk heeft geprobeerd de steun van de Europeanen te mobiliseren, en aan het feit dat Duitsland zich volop in de verkiezingscampagne heeft gestort, wat verklaart waarom het zo lang duurde voordat dit land zich in heldere bewoordingen over deze kwestie uitsprak.
Maar in de eerste plaats is de permanente futloosheid van Europa hier debet aan, een mentaliteit die zich al voor de jongste crisis in Syrië openbaarde. De oprichting van een Europees diplomatiek apparaat op basis van de nieuwe instellingen, onder leiding van de bijzonder kundige Franse diplomaat Pierre Vimont, was niet voldoende om een politiek dier, dat al tot fossiel was verworden voordat het zich had kunnen bewijzen, opnieuw tot leven te wekken.

Rol van Europa is gemarginaliseerd

Het is een van de belangrijkste economische nieuwtjes aan het eind van deze zomer: Microsoft heeft de mobiele-telefonietak van het Finse Nokia, de laatste grote producent op dit terrein in Europa, overgenomen. Na het Franse Alcatel, het Duitse Siemens en het Zweedse Ericsson, die de een na de ander de handdoek in de ring hebben geworpen, gaat nu dus ook Nokia onder Amerikaanse vlag verder, nadat de Finnen zich verscheidene jaren heer en meester op de telecommarkt hadden betoond. [[In een tijdsbestek van enkele jaren heeft de wereld van de mobiele telefonie een totale gedaantewisseling ondergaan, zonder dat de Europeanen begrepen wat hun overkwam.]]
Ooit beheersten de Europeanen met hun gsm-standaard van de tweede generatie 80 procent van de wereldmarkt, maar de stormachtige opkomst van de smartphone zette alles op zijn kop. De sector wordt nu aangevoerd door Samsung, Apple, Google, en geleidelijk ook door Chinese merken als Huawei, ZTE of Xiaomi, en Taiwanese merken als HTC. Verenigde Staten, Zuid-Korea en China: deze drie koplopers hebben de rol van de Europeanen in een belangrijke sector voor technologische innovatie volledig gemarginaliseerd. De Europeanen blijven nog wel een vinger in de pap houden als het gaat om de netwerkapparatuur (Alcatel, Siemens, Ericsson en Nokia) en op de markten gonst het van de geruchten over fusies tussen bedrijven die er niet zo goed voorstaan.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Zeldzame successen

Dat Europa op dit punt schipbreuk lijdt, is verontrustend voor het vermogen van het continent om een broedplaats van innovatie en technologische creativiteit te blijven, afgezien van de Airbus en enkele maar al te zeldzame successen. Het is te hopen dat Europa niet louter een immense afgeschermde markt wordt die verslaafd is aan kopers van apparaten die door anderen zijn ontworpen en vervaardigd.
Kan Europa zich herpakken of blijft het veroordeeld tot de status van een enorme markt, gemodelleerd naar de wens van degenen, zoals de Britten, die het project van politieke eenheid dat zoveel Europeanen sinds een halve eeuw in beweging zet, nooit hebben omarmd?

Europees project kampt met scepsis

Door de financiële crisis van de afgelopen jaren heeft de solidariteit van de nu 28 landen (sinds de toetreding van Kroatië op 1 juli) en de bereidheid om gezamenlijk tot politieke besluiten te komen, een flinke knauw gekregen. In het beste geval komt daarvoor geleidelijk apathie in de plaats, in het slechtste geval zal het populisme nog meer aanhang krijgen en zullen de lidstaten steeds verder in zichzelf gekeerd raken.
De Europese leiders zijn er weliswaar in geslaagd tijdens de stormen die de eurozone teisterden, het ergste te voorkomen, maar ze hebben hun burgers niet het bewijs van de relevantie van het Europese project geleverd. Integendeel, het Europese project heeft te kampen met scepsis en groeiende afwijzing, bij gebrek aan goede redenen om erin te geloven.
De waarborg van vrede, die de drijfveer van de oprichters vlak na de Tweede Wereldoorlog vormde, is niet toereikend om voor instemming met het project te zorgen, al kan de last van de geschiedenis niet in een handomdraai worden weggenomen, zoals de afgelopen week nog maar weer eens duidelijk naar voren kwam tijdens het bezoek aan Oradour-sur-Glane.
[[Maar dit Europa dat op zijn eigen grondgebied vrede heeft bewerkstelligd, is vandaag niet in staat de leiding te nemen bij het blussen van de brand die aan zijn poorten woedt, in het door oorlog gekwelde Syrië]]; evenmin is het in staat een nieuw gemeenschappelijk project voor zijn burgers te formuleren.

Sprong voorwaarts

Kan dit gemeenschappelijke project nog geformuleerd worden door Frankrijk, dat er economisch en moreel gezien slecht aan toe is, door een uiterst machtig maar afwachtend Duitsland en door enkele andere landen zoals Polen, dat verantwoordelijk is voor het grootste succesverhaal onder de nieuwe leden?
Tussen de Duitse verkiezingen van eind september en de Europese verkiezingen volgend voorjaar, die rampzalig dreigen te verlopen, hebben de Europese leiders de mogelijkheid om een collectieve sprong voorwaarts te maken. Maar als we objectief analyseren hoe het met Europa en zijn huidige leiders is gesteld, is het maar zeer de vraag of dit zal gebeuren.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp