Geef Oekraïne een lidmaatschap met B-status

De situatie in Oekraïne laat zien dat een volledig EU-lidmaatschap onrealistisch is, voor dit land, maar ook voor anderen zoals Turkije. Als de EU geopolitieke stabiliteit wil behouden en tegelijkertijd de EU-lidstaten niet van zich wel vervreemden, kan zij beter een A-status en een B-status in het leven roepen, betoogt cultuurhistoricus Thomas von der Dunk.

Gepubliceerd op 9 december 2013 om 12:40

De opstand in Oekraïne tegen president Janoekovitsj en zijn capitulatie voor de dreigementen van Rusland dwingt de Europese Unie zich op haar eigen functioneren te bezinnen. Poetin heeft Kiev omgekocht op een wijze die voor Brussel niet mogelijk is. Brussel heeft op korte termijn niet meer te bieden dan een associatieverdrag, en op langere termijn de aantrekkingskracht van een democratische rechtsstaat op Europese leest.

Uit geostrategische overwegingen is het voor Europa van groot belang dat Oekraïne in de machtsstrijd met Rusland aan de goede kant belandt, net als de Balkan en Turkije, die Brussel ook met beloften aan zich poogt te binden. Het cruciale punt is dat ginds bij politici en bevolking vaak irreële voorstellingen inzake een toekomstig EU-lidmaatschap bestaan, en dat Brussel op beslissende momenten geen nee durft te verkopen om het land niet van zich te vervreemden.

Angst voor Russische expansie

Ook al hoedt Brussel er zich nu voor te veel beloftes aan Kiev te doen, de Oekraïense voorstanders van een associatieverdrag beschouwen dit als eerste opstapje naar een EU-lidmaatschap. Niemand kan uitleggen waar-om Turkije Europeser zou zijn dan Oekraïne - het Anatolische Ankara wel en het oude Habsburgse Lemberg niet als Europese stad. Op de steun voor zulke ambities kan Kiev in elk geval in Warschau rekenen; geen EU-land wil blijvend een grensstaat zijn, en streeft er dus naar ook de buren in de Unie op te nemen. De historisch maar al te verklaarbare angst voor agressieve Russische expansie draagt bij aan een bufferbehoefte.

Europa zal Oekraïne niet graag hardhandig de deur wijzen. Omdat de Europa-gezinden zullen pogen hun land al voor zo'n toekomstig lidmaatschap voor te laten sorteren, zal Brussel niet luid verkondigen dat het er nooit in zal zitten; evenmin als het Roemenië en Bulgarije uit de wachtkamer heeft durven verwijderen, met een uiteindelijk EU-lidmaatschap tot gevolg. Brussel zelf heeft immers, met het oog op Turkije, nooit een geografische grens durven trekken.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Om tegen Rusland te kunnen opbieden, zal Europa Oekraïne echter een grotere worst dan een associatieverdrag voor moeten houden. Tegelijk is het irreëel te denken dat het land, dat thans de wereldranglijst van meest corrupte staten aanvoert, op afzienbare termijn aan de lidmaatschapsvoorwaarden van goed bestuur zal kunnen voldoen, evenmin als Bulgarije en Roemenië in 2007, of de nieuwe kandidaat-lidstaten op de Balkan nu. Griekenland, dat dreigde de euro in de eigen val mee te slepen, illustreert dat zulke endemische wantoestanden ook na drie decennia EU-deelname niet zijn opgelost.

Laat verbroken ‘verloving’

Voor Europa zijn er drie opties in relatie tot al die landen die er graag bij willen. Of men houdt strict de boot af, en verklaart de ambities voor irreëel. Of men begint, zoals met Turkije, onderhandelingen die uiteindelijk stagneren en zo ook tot grote spanningen leiden: een laat verbroken ‘verloving’ leidt nu eenmaal tot bozere gezichten dan een vroeg afgewezen aanzoek. Of men gaat ondanks het gebrek aan vooruitgang almaar verder, en durft nooit nee te zeggen: de Roemeense weg. [[Gevolg van massale overhaaste Oost-Europese toetreding is dat de West-Europeanen deserteren, wat zich in verkiezingswinst voor populisten vertaalt]]; zie de spanningen die het axioma van het vrij personenverkeer inmiddels oproept, en de daaruit voortvloeiende intenties van Cameron en Asscher.

Een reële inschatting leert dat de transformatie van landen als Oekraïne, Turkije en Servië die nodig is om echt aan de criteria te voldoen, decennia zal vergen, zo niet generaties. Tegelijk wil Brussel terecht deze landen niet verliezen. Dat betekent dat er eindelijk serieus over tussenvormen nagedacht moet worden: onderscheid tussen een A- en een B-lidmaatschap; een andere versie van het Europa van twee snelheden dat met de euro feitelijk toch al ontstaat.

Op die uitweg rust een groot taboe, omdat een deel van de A-landen aan die status niet hecht, terwijl juist de landen die níét goed mee kunnen doen, zo'n A-status voor hun zelfrespect onontbeerlijk achten. Een dergelijk onderscheid wordt echter onontkoombaar als men de EU omwille van de geopolitieke stabiliteit verder wil uitbreiden en tegelijk niet de steun van de West-Europeanen wil verliezen. Negeert men dat, dan blaast een EU dat tot de Kaukasus reikt zich uiteindelijk zélf van binnenuit op.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp