'Nabuurschapsbeleid', het woord alleen al klinkt overzichtelijk, haast gezapig. Daarbij betekent deze Brusselse omschrijving niet meer dan de tweeslachtige afspraken met lastige buurlanden van de EU, die vroeger naar de 'achtertuin' van Europa werden gedirigeerd, maar die we vandaag de dag nodig hebben als partner.
**Dit artikel is verwijderd op verzoek van de eigenaar van het auteursrecht.**
Debat
Het begin van een nieuw tijdperk?
"Wie is de volgende?" vraagt het Franse dagblad Libération zich afbij de getoonde portretten van verscheidene Arabische leiders die zich zorgen maken over de gevolgen van de revolutie in Tunesië voor hun eigen bewind. Volgens sommige waarnemers "zullen de lyrische illusies overwaaien en bestaat het gevaar dat de anarchie uitmondt in een nieuwe dictatuur. En mocht er toch een democratie tot stand komen, dan zouden vooral de moslims die de lagere bevolkingsklassen aan zich hebben weten te binden, daar wel eens profijt van kunnen trekken", schrijft de krant. Maar, "vandaag heeft het Tunesische volk laten zien dat de roep tot vrijheid overal weerklank vindt (...). Dit zou wel eens een eyeopener kunnen zijn voor westerse diplomaten die de zittende regimes onafgebroken steunen en daarbij hun principes laten varen om de kant van de sterkste te kiezen".
Aan de andere kant doet journalist en schrijver Robert Fisk, die gespecialiseerd is in de Arabische wereld, in de Britse krant The Independent verslag van "de harde waarheid over Tunesië". Ondanks het verlangen naar vrijheid van de Tunesische jongeren, die zich veelal via internet verenigen, "moet de ´eenheidsregering´ gevormd worden door Mohamed Ghannouchi, die al bijna 20 jaar een trouwe vazal is van de gevluchte president Ben Ali en bij wie de verdediging van onze westerse belangen - in plaats van de belangen van zijn eigen volk - in veilige handen is."