Fukushima toont ook mogelijkheden

Het staat buiten kijf dat de kernramp in Fukushima heeft aangetoond dat kernenergie zijn grenzen kent, maar tegelijkertijd laat het ook zien dat kernenergie minder gevaarlijk is dan vaak wordt gedacht, aldus de Britse journalist en milieuactivist George Monbiot. In een artikel legt hij uit waarom kernenergie volgens hem het beste alternatief is voor ons groeiende energieverbruik.

Gepubliceerd op 22 maart 2011 om 15:10

Het zal u niet verbazen dat door de gebeurtenissen in Japan mijn mening over kernenergie is veranderd. U zult echter wel verbaasd staan als u hoort hoe mijn standpunt is gewijzigd. Als gevolg van de ramp in Fukushima sta ik niet langer neutraal tegenover kernenergie. Ik ben nu een voorstander van deze technologie.

Een oude, waardeloze, onvoldoende beveiligde centrale werd door een enorme aardbeving en een gigantische tsunami getroffen. De stroomvoorziening werd onderbroken waardoor het koelsysteem uitviel. De reactors begonnen te exploderen en de splijtstofstaven te smelten. De catastrofe bracht aan het licht dat er sprake was een slecht ontwerp en dat men het niet zo nauw met de regels had genomen. Dat is niets nieuws, dat hebben we vaker meegemaakt. Voor zover wij weten heeft tot op heden echter niemand een dodelijke dosis straling binnengekregen.

Sommige milieubeschermers hebben de gevaren van radioactieve verontreiniging schromelijk overdreven. Als andere vormen van energieopwekking geen schade zouden veroorzaken, zouden deze gevolgen zwaarder wegen. Maar energie is net als een geneesmiddel: als er geen bijwerkingen zijn, bestaat de kans dat het niet werkt.

Groene energie heeft grote gevolgen voor het landschap

Net als de meeste milieubeschermers ben ik ervoor dat we veel meer gebruik gaan maken van duurzame energiebronnen. Ik kan echter ook met de tegenstanders meevoelen. Mensen storen zich niet alleen aan de windmolenparken op het land, maar ook aan de nieuwe netverbindingen (hoogspanningsmasten en elektriciteitsleidingen). Naarmate het aandeel groene stroom op het net groeit, is er meer pompaccumulatie nodig om het licht brandende te houden. Dat betekent dat er reservoirs in de bergen moeten komen, en die zijn evenmin populair.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Hoe meer duurzame energie wordt gebruikt, hoe groter de gevolgen en hoe hoger de kosten ervan zullen zijn, omdat de behoefte aan een buffer zal toenemen. Het is heel goed mogelijk (hoewel ik wat dit betreft nog geen vergelijkend onderzoek heb gezien) dat wanneer er tot een bepaald percentage duurzame energie aan het net wordt geleverd – vijftig of zeventig procent misschien? – groene stroom voor minder CO2-uitstoot zorgt dan kernenergie; als we boven dat percentage uitkomen, kon kernenergie wel eens betere papieren hebben.

Net als anderen heb ik de verantwoordelijken opgeroepen de uit fossiele brandstof opgewekte elektriciteit door duurzame energie te vervangen en het totale aandeel groene stroom te vergroten. Groene stroom moet in de plaats komen van olie die voor transport wordt gebruikt, en van gas dat als verwarmingsbrandstof wordt ingezet. Moeten we ook eisen dat de huidige nucleaire capaciteit door hernieuwbare bronnen wordt vervangen? Hoe meer we van duurzame energie verwachten, hoe groter de gevolgen voor het landschap zullen zijn en hoe moeilijker we het publiek zullen kunnen overtuigen.

Spectaculaire verspilling van schaarse middelen

Maar uitbreiding van het net om bevolking en industrie met rijke, afgelegen bronnen van hernieuwbare energie te verbinden, wordt eveneens verworpen door de meeste milieubeschermers die zich beklaagden over de blogpost die ik schreef en waarin ik betoogde dat kernenergie nog altijd veiliger is dan kolen. Wat zij willen, zo zeggen ze tegen mij, is iets heel anders: we moeten minder energie gebruiken en onze stroom lokaal opwekken. Sommigen hebben er zelfs voor gepleit het elektriciteitsnet af te schaffen. Hun idyllische visie klinkt fantastisch, totdat je de kleine lettertjes leest.

Op hoge breedtegraden zoals de onze is de meeste kleinschalige lokale energieproductie puur verlies. De opwekking van zonne-energie in het Verenigd Koninkrijk gaat gepaard met een spectaculaire verspilling van schaarse middelen. Het is hopeloos inefficiënt en kan moeilijk op de vraag worden afgestemd. Productie van windenergie in bevolkte gebieden heeft in de meeste gevallen geen enkele zin. Dat komt deels omdat we onze woningen en gebouwen op beschutte plaatsen hebben gebouwd, en deels omdat de turbulentie die door de gebouwen wordt veroorzaakt, met de luchtstroom interfereert en het mechanisme ontregelt. Microwaterkracht kan wellicht werken voor een boerderij in Wales, maar is van weinig nut in Birmingham.

En hoe gaan we onze textielfabrieken, steenovens, hoogovens en elektrische spoorlijnen aandrijven – om nog maar niet te spreken van geavanceerde industriële processen? Met zonnepanelen op het dak? Op het moment dat je beseft hoe groot de vraag naar energie van de gehele economie is, heb je geen vertrouwen meer in lokale energieproductie. Een nationaal (of liever nog internationaal) netwerk is een absolute vereiste voor de toepassing van duurzame energie op grote schaal.

De situatie in Groot-Brittannië

Sommige milieubeschermers gaan nog verder: waarom hernieuwbare bronnen verspillen door ze in elektriciteit om te zetten? Waarom kunnen ze ons niet rechtstreeks energie verschaffen? Om deze vraag te beantwoorden, moeten we kijken naar wat er vóór de industriële revolutie in Groot-Brittannië gebeurde.

De aanleg van dammen in Britse rivieren voor watermolens was kleinschalig, duurzaam en pittoresk en had een verwoestende uitwerking. De rivieren werden afgesloten en de paaigronden slibden dicht. Mede daardoor kwam er een eind aan de trektochten van enorme scholen vissen, die tot onze prachtige natuurlijke spektakels behoorden en een groot deel van Groot-Brittannië van voedsel voorzagen. Steur, lamprei, elft en de meeste zeeforel en zalm verdwenen uit onze contreien.

Tractie was nauw verbonden met honger. Hoe meer grond werd gereserveerd voor het voeren van trekdieren voor industrie en transport, hoe minder er beschikbaar was voor het voeden van mensen. Het was het zeventiende-eeuwse equivalent van de huidige biobrandstoffencrisis. Hetzelfde gold voor verwarmingsbrandstof.

Voordat steenkool in ruime mate beschikbaar kwam, werd hout niet alleen gebruikt voor het verwarmen van huizen maar ook voor industriële processen: als de helft van het grondoppervlak van Groot-Brittannië met bos bedekt was geweest, hadden we 1,25 miljoen ton staafijzer per jaar kunnen maken (een fractie van de huidige consumptie) en daarnaast niets anders meer. Zelfs met een veel kleinere bevolking dan nu waren fabrieksgoederen in de agrarische economie voorbehouden aan de elite. Donkergroene, gedecentraliseerde, op de producten van het land gebaseerde energieopwekking is veel schadelijker voor de mensheid dan een kernsmelting.

"Door de crisis in Fukushima ben ik een aanhanger van kernenergie geworden"

Maar als zij hun kerncentrales sluiten, zullen de meeste economieën niet hun toevlucht nemen tot hout, water, wind of zon, maar tot fossiele brandstoffen. Op elk punt (klimaatverandering, gevolgen van de mijnbouw, lokale verontreiniging, arbeidsongevallen al dan niet met dodelijke afloop, zelfs radioactieve lozingen) blijkt dat kolen honderdmaal zo slecht zijn als kernenergie. En dankzij de uitbreiding van de schaliegasproductie nemen de nadelige effecten van aardgas snel toe.

Ja, ik heb nog steeds een hekel aan de leugenaars die leiding geven aan de nucleaire sector. Ja, ik zou het liefst zien dat de hele bedrijfstak werd opgedoekt, als er ongevaarlijke alternatieven waren. Maar ideale oplossingen bestaan niet. Elke energietechnologie heeft een keerzijde; dat geldt ook voor het ontbreken van energietechnologieën. Kernenergie heeft zojuist een van de zwaarst mogelijke beproevingen doorstaan en de gevolgen voor mens en planeet zijn klein. Door de crisis in Fukushima ben ik een aanhanger van kernenergie geworden.

Debat

Is gas uit Rusland een alternatief?

Volgens de Belgische econoom Koen Schoors heeft de “EU niet meteen veel alternatieven voor energievoorziening”. Hij schrijft dit in een artikel dat de Morgen publiceerde op 21 maart. Hierin legt hij uit dat kernenergie alle kenmerken heeft van een “omgekeerde loterij” die de garantie geeft van een “permanente stroom opbrengsten en een kleine kans op een gigantische kost”. Technologische vooruitgang kunnen volgens hem op termijn de kans op een ramp verkleinen, maar “nul” zal die nooit worden. In zijn betoog vervolgt hij: “ook de olie begint langzaam aan wel erg duur te worden (…) om maar te zwijgen van de enorme milieukost” en groene energie is volgens hem voorlopig “toekomstmuziek”. Daarom stelt hij: “het lijkt dus te gaan neerkomen op meer gas en andere olieleveranciers. In beide gevallen komt Rusland nadrukkelijk in beeld” want “Rusland is nu al met ruime voorsprong de grootste energieleverancier aan de EU”. Volgens Schoors is de kans groot dat die rol “in het licht van de huidige (r)evoluties alleen maar groter” wordt. Hij vraagt zich dan ook af “of die afhankelijkheid niet gevaarlijk is” want “Rusland heeft de levering van energie immers al verschillende keren politiek uitgespeeld tegenover een aantal buurlanden (Georgië, Oekraïne, Wit-Rusland, de Baltische Staten), en de EU is daar meerdere malen het slachtoffer van geworden."

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp