53e editie van de Biënnale van Venetië, de installatie van de Argentijnse plastische kunstenaar Tomás Saraceno in het kader van de expositie "Making Worlds". Foto: JEEdwards.

De Biënnale, een geopolitiek carnaval

De Biënnale van Venetië wordt beschouwd als de meest prestigieuze internationale manifestatie van hedendaagse kunst, maar de omwonenden van het Dogenpaleis lopen er niet warm voor. De manifestatie is voor de deelnemende landen een uithangbord van hun rijkdommen en invloed en heeft daarom meer geopolitiek dan artistiek belang, aldus het Franse tijdschrift Télérama.

Gepubliceerd op 30 juli 2009 om 16:27
53e editie van de Biënnale van Venetië, de installatie van de Argentijnse plastische kunstenaar Tomás Saraceno in het kader van de expositie "Making Worlds". Foto: JEEdwards.

De lucht is blauw. En als ’s morgens de lucht blauw is dan koopt Giovanni de krant en gaat op een stenen bank zitten op de Riva degli Schiavoni in de schaduw van een van de grote jachten die hebben aangemeerd in het bassin van San Marco. Hij herhaalt steeds dezelfde ceremonie: hij steekt een erbarmelijke, zwartige, kromme cigarillo op, kijkt al rokend naar alle voorbijkomende toeristen en gaat op de sportpagina’s over voetbal lezen. Zijn vriend Guido, net als hij gepensioneerd, komt wat later naast hem zitten met een vishengel. Guido beweert dat het tiental grote cabin-cruisers die alle beschikbare plaatsen innemen tussen het Dogenpaleis en de Giardini, waarvan de meeste zijn gekomen voor de opening van de Biënnale van hedendaagse kunst, vissen aantrekken. Terwijl Giovanni leest, vist Guido. De Biënnale interesseert ze niet; de jachten evenmin, de schaduw die ze op de kade maken en de vissen die ze geacht worden aan te trekken, daargelaten.

Achter hen kondigt een groot spandoek aan de gevel aan dat de binnenplaats van de voormalige kazerne Cornoldi voor de duur van de Biënnale het paviljoen van het prinsdom Monaco is geworden; twee militairen in uniform houden er voortdurend de wacht. Iets verder op de kade, de kant op van het Dogenpaleis, wijst een ander spandoek erop dat de kerk Santa Maria della Pieta het Marokkaanse paviljoen huisvest. Steeds meer landen die geen officieel paviljoen hebben in de tuinen van het Castello (de Giardini, van oudsher de plaats van de Biënnale) huren zo’n beetje overal in de stad paleizen en ontwijde kerken. Een dag eerder had een Française in een overvolle vaporetto die naar Giudecca vertrok, aan een landgenote gevraagd: "Ga je naar de Welsh?" Ze bedoelde hiermee het paviljoen van Wales in een voormalige brouwerij op het eiland, die toevertrouwd was aan de ex-muzikant van Velvet Underground, John Cale.

Invloed, macht en rijkdom

Zo zijn er dus verspreid op de archipel tientallen provisorische paviljoens waar grote borden reclame voor maken, toeristen niet naar binnen durven gaan en de Venetianen vaak een afkeurende blik op werpen. In het noorden van het eiland, midden in de wijk Cannaregio ligt de oude Scuola Grande della Misericordia, waarin een Litouwse artiest zetelt, Zilvinas Kempinas, gespecialiseerd in recycling van banden van videocassettes die hij hier gebruikt om een tunnel mee te bouwen. Hij weet waarschijnlijk niet dat de school, gebouwd in de tweede helft van de 16e eeuw door de Romeinse architect en beeldhouwer Sansovino, overeenkomsten vertoont met de andere beroemde Venetiaanse scuola, San Rocco, ontworpen door Bartolomeo Bon en in 1549 door Scarpagnino voltooid. De twee dames uit de wijk die het gebouw uitkomen, kennen de geschiedenis ervan, de architectorale krachttoer die het voorstelt (de vergaderingzaal op de eerste verdieping is vanwege de oppervlakte de tweede van de stad na die van het Dogenpaleis). Ze lijken weinig waardering op te brengen voor de tunnel of het aluminiumfolie dat de achterwand bedekt, terwijl een paar meter verder in de kerk Santa Madonna dell'Orto het Laatste Oordeel van Tintoretto hangt. De kunst die een maatschappij verdedigt en waar zij voor in staat, is eveneens een afspiegeling hoe het met haar ambitie gesteld is.

Nieuwsbrief in het Nederlands

De ontwikkeling van de Biënnale en de verspreiding in de stad lijken omgekeerd evenredig met de belangstelling die de Venetianen ervoor hebben, die vrijwel het hele jaar overweldigd worden door het toerisme. Maar dat is niet de enige paradox: de planeet globaliseert steeds meer terwijl de Biënnale steeds meer een optelsom van nationalismen wordt. Toen op 30 april 1895 de eerste editie werd geopend, was er slechts één paviljoen, gebouwd in de Giardini, waarin een grote expositie plaatsvond. België bouwde in 1907 het eerste buitenlandse paviljoen; Frankrijk bouwde vijf jaar later het zijne. Nu tellen we er dertig in de Giardini, waar we nog eens vijfendertig tijdelijke paviljoens moeten bijtellen die verspreid in de stad liggen. In 2011 zal zelfs het Vaticaan een eigen paviljoen hebben – als antwoord wellicht op de steeds grotere plaats die de landen uit het Golfgebied innemen (de Verenigde Arabische Emiraten hebben een paviljoen, evenals Abu Dhabi, hun politieke hoofdstad). Ze wedijveren allemaal met elkaar in een meer politieke dan artistieke competitie waarbij sprake is van invloed, macht en rijkdom. We hebben er glorie zien vergaan: toen de Biënnale van 1964 de Amerikaan Rauschenberg onderscheidde en niet de Fransman Bissière, werd daarmee het einde van het Franse koloniale rijk bekrachtigd.

Afrika is geen land maar een werelddeel

We zien er ook nieuwe glorie ontstaan: China, dat nu in een loods huist aan het einde van de Arsenale, naast het Italiaanse paviljoen, zal waarschijnlijk binnen afzienbare tijd toestemming krijgen om een echt paviljoen te bouwen in de Giardini. De Biënnale van Venetië is op zijn manier, vanwege de nationale paviljoens, een economische en geopolitieke kaart van de planeet – zo hadden vier jaar geleden de organisatoren het ‘genereuze’ idee om Afrika een paviljoen te schenken, waarbij ze vergaten dat Afrika geen land is maar een werelddeel bestaande uit vierenvijftig staten. We begrijpen dan dat Giovanni, Guido en de meeste Venetianen andere prioriteiten hebben: het gebied waarop Italië een van de grootste wereldmachten blijft, is nog altijd voetbal.

De aandacht van beide makkers is gericht op de rampzalige klassering van de plaatselijke voetbalclub. Want SSC Venezia was bijna gedegradeerd. De club heeft het op het nippertje gered in de laatste beslissingswedstrijd, dankzij een gelijkspel behaald op het terrein van Pro Sesto (Sesto San Giovanni, in Lombardie). Maar dat gebeurde na de opening van de Biënnale, toen de kunstwereld Venetië allang had ingeruild voor de Kunstbeurs Art Bazel; de Giardini, die door slechts weinig toeristen worden bezocht, achterlatend, verwoest door uitzonderlijk hevige regen- en onweersbuien.

Bezoek aan de Biënnale

Een paar verrassende paviljoens

"De Biënnale van Venetië is als een echt bedrijf. Niemand stelt het echt op prijs maar toch wil iedereen er bijhoren”, schrijft Jan Skřivánek, hoofdredacteur van het Tsjechische tijdschrift Art + Antiques. Maar dit jaar was de Biënnale anders: het Tsjechische en Slowaakse paviljoen was een van de meest interessante. “Door middel van bomen en struiken die in het paviljoen waren opgesteld, heeft de kunstenaar Roman Ondák de grens willen vervagen tussen een gewone “niet-artistieke” werkelijkheid en een kunstgalerie”, legt Skřivánek uit, alsof er geen sprake was van een paviljoen. "Men kan zijn installatie opvatten als een kritiek op het concept van een nationale exposities, aangezien het de bedoeling was dat het paviljoen een onbestaande Tsjecho-Slowaakse staat zou vertegenwoordigen”.

De hoofdprijs voor het beste paviljoen is toegekend aan de Amerikanen, voor de installatie “Topological Gardens” van Bruce Nauman. Maar de Scandinaviërs, die ook een paviljoen deelden, “hebben het meeste succes gehad”. Hun paviljoen was omgedoopt tot luxe villa waarin kunstwerken waren te zien die uitgeleend waren door particuliere verzamelaars.

De Duitsers hebben van zich doen spreken door hun paviljoen uit handen te geven aan een in Berlijn woonachtige Engelsman”, vertelt Jan Skřivánek. “En de Russen hebben zich weten te onderscheiden door een meterslange op een muur bekladderde kreet in een ruimte die bezoedeld is met benzine en bloed ter ere van de slachtoffers van de Tsjetsjeense oorlog”.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp