Premier Erdogan tijdens zijn verkiezingcampagne, 5 juni 2011.

Niet het Oosten of Westen, maar de toekomst

In tegenstelling tot de Europese Unie, die zich in een diep economisch en politiek dal bevindt, blaakt Turkije, met zijn snel groeiende economie, van zelfvertrouwen. Op 12 juni gaat het land naar de stembus. Een opkomende wereldmacht die door de nieuwe democratieën in het Midden-Oosten als voorbeeld wordt gezien, in tegenstelling tot de Europese Unie, die niet in staat lijkt het land binnenboord te houden.

Gepubliceerd op 10 juni 2011 om 15:15
Premier Erdogan tijdens zijn verkiezingcampagne, 5 juni 2011.

Nadat men zich jarenlang heeft afgevraagd of Turkije tot Europa behoort of tot Azië, of het zich op het Westen richt of op het Oosten, heeft men eindelijk het antwoord gevonden. In feite is dat helemaal niet de vraag. Turkije richt zich niet op het Oosten of op het Westen, maar op de toekomst.

In amper tien jaar tijd is het Turkse bnp verviervoudigd van 200.000 naar 800.000 miljoen dollar (550.000 miljoen euro), het inkomen per hoofd van de bevolking verdrievoudigde van 3.000 (2.000) naar 10.000 dollar (6.800 euro), de staatsschuld daalde van 75 procent van het bnp naar 40 procent en de risicopremie werd teruggebracht naar ver onder het niveau van de meeste andere Zuid-Europese landen.

Intussen is in de Europese Unie sprake van stagnatie en vragen velen zich af of de economie in plaats van te groeien juist zal krimpen en of de Europeanen genoegen zullen moeten nemen met een lagere levensstandaard. Terwijl Europa debatteerde over het al dan niet toelaten van Turkije en zich de luxe veroorloofde het land te negeren of zelfs openlijk af te kraken, hebben de Turken alle stereotypen weerlegd en het ene succes na het andere geboekt.

De nieuwe, succesvolle, trotse Turkse ondernemers in de meest dynamische steden van Anatolië worden door sommigen zelfs aangeduid als ‘islamitische calvinisten’. Dat arme, ongeletterde Turkije dat ons zo vaak werd geschetst, waar alleen maar domme, Anatolische boeren zouden wonen die het hadden voorzien op de Europese welvaart, behoort tot het verleden.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Niemand twijfelt aan de overwinning van de fundamentalistische AKP

In de straten van Rabat, Tunis of Caïro is niet langer Europa het voorbeeld dat navolging verdient, maar Turkije, een land dat laat zien dat islam, democratie en welvaart heel goed samengaan en dat het zelfs mogelijk is een eigen buitenlands beleid te voeren dat niet wordt gedicteerd door het Westen. Ontstaan in een deel van het Middellandse Zeegebied dat nog niet zo lang geleden werd beheerst door slaafse dictaturen, stelt het Turkije van Erdogan een toekomst in het verschiet van trotse, onafhankelijke democratische regimes die niet zullen aarzelen Europa openlijk aan de schandpaal te nagelen als het met twee maten meet ten aanzien van Israël, de vrije markt, mensenrechten, verspreiding van kernwapens of immigratie.

Nooit eerder zijn de Turken zo welvarend geweest en hebben ze de toekomst met zoveel optimisme tegemoet gezien. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat geen mens nog twijfelt aan de overwinning van de fundamentalistische AKP bij de parlementsverkiezingen van aanstaande zondag. De enige twijfel (en bron van zorg) is nog of Erdogans partij erin zal slagen de 367 zetels (op een totaal van 560) te behalen die nodig zijn om eenzijdig de grondwet te kunnen wijzigen zonder dat daarvoor een referendum nodig is en daarmee het beeld te versterken van wat door velen wordt gezien als een gevaarlijke autoritaire tendens die zich sinds een paar jaar zou voordoen.

De APK richt zich niet noodzakelijkerwijs op het Europese ideaal

Tot nu toe heeft het perspectief van toetreding tot de EU een bijzonder gunstige invloed gehad op de binnenlandse politiek van Turkije: voor moslimfundamentalisten vormde Europa de garantie dat het leger zich niet met de politiek zou bemoeien, zoals in het verleden zo vaak is gebeurd, en voor het leger en de niet-religieuze en liberale partijen dat de fundamentalistische meerderheid hen niet haar normen en waarden zou opleggen en evenmin de mensenrechten en individuele vrijheden zou beperken.

Naarmate echter de band met Europa minder hecht wordt nu de onderhandelingen over toetreding volledig zijn vastgelopen en steeds minder Turken nog geloven dat het land ooit tot de Europese Unie zal gaan behoren, hebben de fundamentalisten van de AKP meer speelruimte gekregen. Daarom wordt alom gevreesd dat, hoewel het huidige Turkije veel democratischer, welvarender en stabieler is dan toen het in 1999 de status van kandidaat-lid kreeg en in 2005 de toetredingsonderhandelingen begon, zo’n overweldigende meerderheid de moslimfundamentalisten aanleiding zal geven zich los te maken van de democratische meerpaal waaraan Europa het land voor anker heeft gelegd.

Waar Turkije voor veel Arabische landen een voorbeeld is, richten de fundamentalisten van de AKP zich niet noodzakelijkerwijs op het Europese ideaal zoals wij dat voor ogen hebben: boze tongen beweren zelfs dat Erdogan zich wel eens zou kunnen laten inspireren door dat andere Europese archetype, namelijk het Rusland van Poetin, autoritarisme vermomd als democratie, met media en ondernemers die volledig onderworpen zijn aan de politiek. Zou het land inderdaad een autoritaire koers gaan varen, dan zou de Europese Unie, die zich in haar betrekkingen met Turkije traag en kortzichtig heeft getoond, een uitgelezen kans voorbij hebben laten gaan om van Turkije een model te maken voor democratieën in heel Centraal-Azië, de Kaukasus, het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Verkiezingen

Erdogan op weg naar derde ambtstermijn

Ondanks de toenemende verontrustende geluiden, loopt premier Erdogan over van zelfvertrouwen. In aanloop naar de parlementsverkiezingen, beschouwt hij zichzelf als 'de enige man voor deze taak' en dat leidt tot angst. Daar is des te meer reden voor wanneer hij het heeft over de mogelijkheid dat Turkije zich ontwikkelt naar een presidentieel systeem dat is gebaseerd op het Franse of Russische model. De regerende AKP-partij, die ontwikkeling niet als een manier maar als een doel op zich beschouwt en die van mening is dat er groei moet komen, ongeacht de kosten, besteedt bijvoorbeeld totaal geen aandacht aan milieubescherming. Ondanks dit alles, maar dankzij de successen op economisch vlak en omdat de AKP-partij erin is geslaagd om het destijds heersende systeem waarin de samenleving gebukt ging onder een bureaucratische oligarchie terug te dringen, ligt het voor de hand dat ze bijtekent voor een derde regeringsperiode. Er is echter wel behoefte aan een consequente oppositie, die verbonden is met democratische principes, om te zorgen dat een democratie ook correct kan functioneren. De pogingen die Kemal Kiliçdaroglu, de nieuwe voorzitter van de oppositiepartij CHP (Republikeinse Volkspartij), heeft ondernomen om te zorgen dat zijn partij niet langer systematisch wordt geassocieerd met het staatsapparaat, net als het feit dat zijn partij verkondigt te willen opkomen voor grondrechten, doen vermoeden dat de CHP op een dag deze democratische oppositie inderdaad ook gestalte kan geven. De mogelijkheid dat de pro-Koerdische partij BDP (Partij voor Vrede en Democratie) dit keer in het parlement vertegenwoordigd zou kunnen worden door een grotere fractie (de partij beschikt momenteel over twintig parlementsleden) vormt een andere belangrijke uitdaging bij deze verkiezingen, aangezien dit de Koerden de gelegenheid zou bieden om hun eisen te stellen in een democratische context.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!