Op 29 januari heeft Nicolas Sarkozy in een televisie-interview aangekondigd dat hij het voornemen heeft om op de Franse economie maatregelen toe te passen die geïnspireerd zijn op de concurrentiepositie van Duitsland. Hij heeft het Duitse model centraal gezet in zijn presidentscampagne.
Le Monde meent dat deze verwijzing naar Duitsland is uitgelopen op een “obsessie” bij de president en toekomstige presidentskandidaat voor de verkiezingen:
Hij doet het slecht in de opiniepeilingen en ligt niet goed bij de Fransen. Dus voert hij campagne met zijn tweeën: Angela Merkel en hijzelf; Frankrijk en Duitsland. Want met zijn tweeën sta je vele malen sterker! Sinds de financiële crisis van afgelopen zomer waaraan de eurozone bijna onderdoor is gegaan, maakt Sarkozy van Duitsland zijn enige campagneargument. Duitsland is zijn enige referentie geworden. [Maar] Frankrijk is Duitsland niet en er is nooit maar één beleid mogelijk. De verkiezingscampagne is het middel bij uitstek om dit aan te tonen.
Nieuwsbrief in het Nederlands
Le Figarogaat nog een stapje verder en vraagt zich af “of de presidentsverkiezing geen referendum over het Duitse economische model zal zijn” en is van mening dat Nicolas Sarkozy “goede redenen heeft om die kaart uit te spelen”.
Hoewel het geen sinecure is om kiezers in het midden van een crisis te vragen de broekriem aan te halen, valt er meer winst te behalen door een voorbeeld te nemen aan het land in Europa dat zonder twijfel overal met vlag en wimpel bovenuit steekt. De Fransen zijn bereid om zijn voorbeeld te volgen. Het beeld van Duitsland in de publieke opinie is nog nooit zo positief geweest.
In deze context moeten we ons de vraag stellen: “Is Duitsland een voorbeeld?” La Croix schrijft op zijn voorpagina:
“Bestaat er in de wereld een modelland, een politiek systeem dat helemaal volwassen is, een ideaal economisch model dat ongeacht grenzen, culturen en mentaliteiten kan worden toegepast? […] In deze tijden van crisis, waarin de financiën van de Europese landen in gevaar zijn, gaat Duitsland door voor de beste leerling, die zeer geliefd is bij zijn examinatoren, de kredietbeoordelaars, omdat het als beste zijn begroting wist te beheren door tekorten te voorkomen. [….] Zelfs de Duitsers zelf zijn daar verbaasd over, omdat ze er niet allemaal van overtuigd zijn dat ze het zo goed doen. Het Duitse succes moet daarom tot in de puntjes bestudeerd worden. Zodra de balans hiervan is opgemaakt, moeten we ons afvragen of het ook elders kan worden toegepast.”
Maar op dit punt is Libération nogal sceptisch:
Uiteraard stelt niemand de Frans-Duitse verstandhouding ter discussie, een 'schat' die gekoesterd moet worden en altijd een onmisbare motor achter de Europese constructie is geweest. En Frankrijk moet zich waarschijnlijk laten inspireren door zijn buurland. Het staatshoofd is slechts vergeten te melden dat de deregulatie van de arbeidsmarkt in Duitsland heeft geleid tot een aanzienlijke toename van instabiliteit en het aantal arme werknemers. En ook dat deze concurrentiestrijd er momenteel voor zorgt dat de cohesie in de Duitse samenleving wordt ondermijnd.